U bent hier
Een schepen minder in Galmaarden: populisme of realisme?
De afgelopen weken riep N-VA Galmaarden de kersverse bestuursploeg op om uit te zoeken of de legislatuur niet kon aangevat worden met één schepen minder. N-VA-voorzitter Jonas De Boeck becijferde dat dit goed zou zijn voor 180.000 € aan besparing zonder aan de bevolking of het gemeentepersoneel te raken. Dat gemeentepersoneel is namelijk de echte spil in de gemeentewerking. Tot zover dus het eerste inhoudelijke en constructieve voorstel van N-VA Galmaarden.
Burgemeester Deneyer voelde zich echter geroepen om zwaar geschut boven te halen. Bleef hij in de eerste dagen na het voorstel opvallend op de vlakte, zo ontpopte hij zich na een CD&V-overleg tot een zeer scherpe tong. Termen als populisme en ondoordachtheid kleurden zijn betoog. “Deze vorm van populisme is eigen aan de N-VA” zo dixit Deneyer.
We zijn blij dat dit onderwerp tenminste over de tongen is gegaan. Meestal worden voorstellen immers doodgezwegen of zelfs doodleuk overgenomen om zelf met de pluimen te gaan lopen. Feit is wel dat CD&V hier een kans gemist heeft. Een kans om in eigen boezem te kijken en orde op zaken te stellen. Aaneensluitende bevoegdheden konden bijvoorbeeld in één pakket worden ondergebracht, waarbij men de raakvlakken tussen bijvoorbeeld sociale zaken ( OCMW-voorzitter Marc Deteye) en gezinsbeleid (schepen Claudine Carels) kon verbinden. N-VA ziet deze bevoegdheden liever als een coherent geheel. Zodat éénzelfde beleid en visie kunnen worden ontwikkeld waarbij men op lange termijn niet in de marge blijft kleuren. Het College had eens kunnen kijken welke bevoegdheden konden worden geïntegreerd in andere, welke misschien konden worden geschrapt. Het zijn niet de schepenen die de gemeente effectief doen draaien, maar wel haar personeel.
Door het nu reeds met een schepen minder te doen had Galmaarden zich kunnen profileren als een toekomstgericht en efficiënt bestuur, dat anticipeert op het feit dat er in 2019 sowieso een schepen minder dient te zijn. In de memorie van toelichting bij de wijziging van het Gemeentedecreet wordt hieromtrent gesteld:
“De bestuurspraktijk wijst uit dat een dergelijke beperking van het aantal uitvoerende mandaten niet nadelig is voor de kwaliteit van het bestuur. Deze wijziging heeft bovendien een vermindering van de apparaatskosten tot gevolg.”
Burgemeester Deneyer had nog enkele patronen in zijn N-VA-tweeloop. Zo stelde hij dat schepenen naast hun ambt nog een dagtaak hebben. Dit maakt het voor hen onmogelijk om voltijds bezig te zijn met hun taak als schepen. Was het niet Deneyer die ons slinks vertelde dat het burgemeesterschap en schepenambt geen hobby was? Hij vergat echter wel dat bij N-VA niemand dit ooit zo had opgevat. Voor N-VA is dit bittere ernst. Blijkbaar wil men wel de volledige bezoldiging als burgemeester en schepen innen, maar anderzijds is men niet bereid om in te leveren op de andere dagtaak. Er bestaat overigens ook nog de mogelijkheid tot politiek verlof. Werd er door CD&V in de verkiezingscampagne ook niet gesteld dat zij over zeer ervaren bestuurders beschikten? Met al die beweerde bestuurservaring moet het toch zeker mogelijk zijn om het met een schepen minder te doen, niet? Een andere dagtaak kan en mag dan ook geen excuus zijn om het niet met een schepenen minder te doen.
Daarnaast schuift Deneyer de zwarte piet nogmaals door naar de hogere overheid. De Vlaamse overheid schuift bevoegdheden door naar de lokale besturen, maar voorziet daar niet de middelen voor. Hierbij heeft Deneyer wel een punt, maar het moet hem aan het denken zetten waarom hij de afgelopen legislatuur dan geld door deuren en ramen gooide. Zoals al in eerdere N-VA-bijdragen geschreven, is de gemeentepot stilaan opgedroogd. Deneyer is het met N-VA eens dat een spaarzaam beleid nodig is, maar hij gaf tijdens de campagne dan wel weer aan dat hij de weg gewoon verder zet zoals hij bezig was. We willen ook even aanstippen dat in andere steden en gemeenten het blijkbaar geen probleem is om de tering naar de nering te zetten. Zo noemen we maar even Stabroek, Kortrijk en Heusden-Zolder. Fijntjes merken we op dat in Heusden-Zolder N-VA de burgemeester levert en in Stabroek in coalitie zit met CD&V. In Kortrijk zit N-VA eveneens in de coalitie. We staan in ons voorstel ook niet alleen. In Zomergem riep Groen op om het met een schepen minder te doen. We zijn waarschijnlijk allemaal populisten.
Tenslotte zien we ook op sociale media heel wat commentaren en kritieken op dit voorstel. Zo zou N-VA dit voorstel niet hebben opgenomen in het programma, zitten we niet in de meerderheid en hebben we dus blijkbaar geen recht om voorstellen te doen, worden we schaamteloos vergeleken met Pepingen waar N-VA 2 zetels opeiste en worden we verweten het geld uit zakken van de schepenen te willen kloppen. Ja zelfs Aalst passeerde de revue. Er wordt beweerd dat N-VA in Aalst zelfs een postje bijmaakte (Vlaamse aangelegenheden) terwijl wij hierin willen snoeien. Laat ons deze kritieken één voor één bekijken:
1. Dit voorstel stond niet in het N-VA-programma
Onder de titel “Efficiënt gebruik en beheer van middelen” vinden we volgende passage in het N-VA-programma:
Daarom is een efficiënt gebruik en beheer van middelen van essentieel belang. N-VA ziet dit mogelijk op verschillende fronten:
- Heroriëntatie van bestaande gebouwen en multifunctionele invulling.
- Een spaarzaam beleid met duidelijke, duurzame en toekomstgerichte keuzes.
- Efficiënte personeelsinvulling van gemeentediensten.
- Delen van gemeentelijke goederen onder meerdere doelgroepen.
- Samenwerkingsverbanden met de ons omringende gemeenten. Bepaalde investeringen door één gemeente zijn op vlak van de financiële draagkracht niet te verantwoorden.
Ons voorstel is dus gewoon een concrete uitvoering van ons programma dat voorziet in een spaarzaam beleid met duidelijke, duurzame en toekomstgerichte keuzes. We kunnen natuurlijk aannemen dat velen letterlijk hadden willen lezen dat N-VA een schepen minder wou. Een programma is echter een leidraad waar de partij haar voorstellen aan ophangt. Eigenlijk is het probleem ons hier niet echt duidelijk. CD&V voerde ook zaken uit waar in hun programma met geen woord werd over gerept zoals het nieuwe OCMW-gebouw of de brandweerkazerne. Verder werden wel enkele beloftes gedaan die dode letter bleven:
- onderzoek naar de mogelijkheid om overdekking te plaatsen op de kerkhoven
- schuldgraad zo laag mogelijk houden
- restauratie St. Pieterskerk Vollezele en St. Martinuskerk Tollembeek
- polyvalente infrastructuur voor jeugd, sport en recreatie ter beschikking stellen
2. N-VA zit niet in de meerderheid en heeft de verkiezingen niet gewonnen, zaten ze zelf in de meerderheid dan kwam dit voorstel er niet
Dit is misschien wel de hardste en meteen ook de meest ondoordachte kritiek als we de woorden van Deneyer mogen gebruiken. N-VA zit inderdaad niet in de meerderheid en zal met 5 tegen 14 zetels mathematisch de duimen moeten leggen bij een stemming. We zeggen wel mathematisch. Onze oppositie zal bestaan uit inhoudelijk en constructief werk, waar we de mening van de raadsleden in de gemeenteraad zullen toetsen aan wat ze op de straat verkondigen. In de gemeenteraad zullen ze kleur moeten bekennen. Treffend bij deze commentaar is de insinuatie dat de oppositie in Galmaarden dus beter geen voorstellen doet omdat ze ‘maar’ oppositie is. Nogmaals wordt aangetoond hoe ziek de democratie in Galmaarden is. We zijn ons bewust van de moeilijke oefening die wacht om het budget terug op orde te krijgen en om de schuld te doen dalen. Ook in de meerderheid hadden we dit voorstel op tafel gelegd, omdat reorganiseren sowieso nodig zal zijn naar 2019 toe. Tenslotte willen we het welles-nietes spelletje over wie nu gewonnen heeft niet voeren. Wie 21,70% verliest, weet zelf wel waar de klepel hangt.
3. In Pepingen eist N-VA 2 schepenen op, in Galmaarden willen ze een schepen weg
Deze uitspraak kwam van onze burgemeester zelf. Hierbij lijkt hij niet het verschil te kunnen maken tussen het vormen van een meerderheid en de werking van het College van Burgemeester en Schepenen. De politieke situatie in Pepingen is fundamenteel verschillend met Galmaarden. In Pepingen diende een coalitie tussen verschillende partijen gevormd te worden, terwijl in Galmaarden de CVP/CD&V al sinds de fusie in 1977 alleen het bestuur vormt en dus zelf alle uitvoerende mandaten kan invullen zonder rekening te houden met andere partijen. In Pepingen was N-VA de partij die het alternatief kon vormen tegen de vroegere absolute meerderheid van CD&V-Sp.a. N-VA zorgde voor een echte kracht van verandering door met LVB in zee te gaan. Dat de partij hierbij twee schepenen opeiste, was haar goed recht als bestuurspartij. Dat LVB hiermee akkoord ging, toonde aan dat de vraag legitiem was. Dit heeft dus niets te maken met het voorstel in Galmaarden. In Pepingen werd geen schepenambt bijgemaakt voor N-VA zoals Deneyer insinueerde. Het ging om louter om het vormen van een meerderheid. Dit heeft niets te maken met ons besparings- en efficiëntievoorstel om een schepen te schrappen.
4. N-VA wil vooral in de zakken van de schepenen zitten
Tja, schepenen verdienen vrij goed de kost. Dit kan hen zelfs toelaten om hun huidige job op een lager pitje te zetten. Het schrappen van één schepen heeft geen invloed op de bezoldiging van de andere schepenen. Wel kunnen ze meer werk krijgen door de herschikking van bevoegdheden. Maar we dachten toch dat schepenen daarvoor net werden verkozen, om te werken voor de bevolking?
5. In Aalst maakt N-VA een schepen van Vlaamse aangelegenheden bij, N-VA is in Galmaarden hypocriet als het hier eentje wil schrappen
Hier kunnen we kort over zijn. In Aalst is het aantal schepenen geregeld via het Gemeentedecreet. Een schepenpost bijmaken kan dus zomaar niet. Dit is ook niet gebeurd. Wel is er een bevoegdheid bij gecreëerd. Dit kan het toekomstige schepencollege perfect doen als het vindt dat een toekomstig knelpunt hiermee kan aangepakt worden. Het knelpunt in Aalst is de opkomende verfransing. Deze kritiek is dus ongefundeerd en onjuist.