N-VA wil openbare verkoop van OCMW-landbouwgronden

Het OCMW van Galmaarden zal deze legislatuur een aanzienlijk aantal landbouwgronden verkopen. N-VA is niet akkoord met het voornemen van het OCMW om deze gronden onderhands te verkopen in beperkte kring. N-VA Galmaarden wil dat de gronden openbaar verkocht worden.

In het begin van de legislatuur kondigde OCMW-voorzitter Marc Deteye aan dat het OCMW landbouwgronden uit haar bezit zou verkopen. Hierdoor zouden de opbrengsten uit pachten dalen, maar aan de andere kant zouden ook de uitgaven aan onroerende voorheffing dalen. Het OCMW wil de verkoop van deze gronden laten voorbereiden door een bijzonder comité patrimonium, welk werd opgericht op de laatste OCMW-raad van 23 januari 2013.

Beheer van landbouwgronden is dan wel geen kerntaak van het OCMW, de verkoop ervan houdt een verarming van de gemeente in volgens N-VA. Indien een verkoop doorgaat, dan benadrukt de partij dat dit op een eerlijke en correcte manier moet gebeuren waarbij elke geïnteresseerde een bod kan uitbrengen.

Renelde Wielant (N-VA): “ Het OCMW geeft er blijkbaar de voorkeur aan om eerst met de pachters van de gronden te onderhandelen.  Indien zij met de grond niets meer willen doen, zal het OCMW pas overgaan naar een beperkte publicatie in een regionale krant, waarna de gronden onderhands verkocht worden.”.

In toepassing van de Omzendbrief van de Vlaamse overheid moet bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de algemene regel zijn en moet de onderhandse verkoop een uitzondering blijven. Renelde Wielant (N-VA): “De hele bevolking moet immers de gelegenheid krijgen om een bod te doen. Daarnaast is de openbare verkoop ook de beste garantie voor het verkrijgen van een goede prijs en is dat de werkwijze die het best het algemeen belang dient, temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. We verwijzen graag naar bijvoorbeeld Mechelen, waar het OCMW de te verkopen gronden overzichtelijk op haar website plaatst.”

N-VA stemde tegen de oprichting van het comité patrimonium omdat deze taak ook door een ambtenaar of de financieel beheerder kan gebeuren. “Als dit in andere gemeenten mogelijk is, kan het dus ook bij ons. We zien niet in dat een extra comité met bijhorende zitpenningen hierbij nodig is” aldus Wielant.